Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
Bachelor of Fine Arts & Education, cum laude
2001 – 2005
Papier inspireert me al zo lang als ik me kan herinneren. Als kind kon ik me uren vermaken met de Oosterse papiervouwkunst van origami. Dat een plat vel papier een ruimtelijke kraanvogel of bloem kon worden was voor mij pure magie! Zo ontstond er een fascinatie voor papier. Spelenderwijs ontdekte ik andere technieken, zoals papierfiligraan en Pergamano. Het werd mij daardoor steeds duidelijker dat papier niet alleen geschikt is om iets óp te maken, maar dat je het zelf ook kunt knippen, vouwen, rillen, ritsen, buigen, bollen, rollen, ciseleren, perforeren, stansen en snijden.
De kunstacademie heeft mij geholpen om mijn thematiek te vinden. Terwijl ik in het derde jaar nog het ritme van bomen en grassen bestudeerde, bestond mijn afstudeercollectie uit portretten. Met gezichten die als herinneringen getekend en geschilderd waren stelde ik vragen over de tijdelijkheid van het bestaan. Destijds leken bomen en portretten tegenstrijdig, maar in mijn papierkunst komt het samen. Wat leent zich immers beter voor het verbeelden van vergankelijkheid dan de natuur zelf? De serie “Herinnerde geur” zou men kunnen beschouwen als portretten van bloemen.
Het fragiele van papier en de breekbaarheid van glas versterken dit thema. Van tweedimensionale papercuts ontwikkelde mijn werk zich naar volledig ruimtelijke, grotere objecten. Regelmatig krijg ik de vraag hoeveel tijd het maken van zo’n kunstwerk kost. Dit varieert van tientallen tot honderden uren. Men kan zich niet voorstellen dat ik zoveel concentratie en geduld op kan brengen. Eén van de mooiste dingen van het papiersnijden is echter juist het feit dat het zo langzaam gaat. Terwijl mijn handen het vlijmscherpe scalpelmesje door het papier laten gaan, komt mijn hoofd tot rust. Even lijk ik het tikken van de tijd te kunnen bestrijden.